Dit project is geïnspireerd op het album Le Chemin de Fer du Nord dat Baron de Rothschild in augustus 1855 aan koningin Victoria schonk bij haar aankomst in Parijs. Victoria reisde met de nieuwe spoorverbinding tussen Boulogne-sur-Mer en de Franse hoofdstad. Edouard Baldus fotografeerde – fotografie was toen nog een nieuwe techniek – wat Victoria (net) niet kon zien vanuit de trein: viaducten waar ze overheen reed, stations en cultureel erfgoed in de buurt van de spoorlijn. Dit album wordt tegenwoordig gerekend tot een van de hoogtepunten van de fotografiegeschiedenis.

Cary Markerink en Theo Baart konden in 2009 in het depot van het George Eastman House in Rochester, NY een van de exemplaren van het album doorbladeren (Rothschild liet er vijfentwintig maken om zijn spoorweg te promoten).

De wetenschap dat de spoorlijn er nog lag, dat het gebied door de komst van de trein industrialiseerde, dat twee wereldoorlogen en de gevolgen van de mondialisering hun stempel op het landschap drukten, was – net als Baldus destijds – de aanleiding om vrij door hetzelfde gebied te reizen en te fotograferen. Honderdvijftig jaar later kozen we net als E. Baldus voor het album als presentatievorm van het nieuwe werk.

Reisgenoot en auteur van het essay After Baldus, Travels in a Wounded Landcape was Alison Nordström, voormalig curator van de fotografiecollectie van het George Eastman House.